De Sinterklaasmoorden  3




Stoutenburg van de BNV benaderde sergeant de Boer in de zomer van 1946 met de namen van drie mensen die fout waren in de oorlog. Een van hen was Van Rijswijk een hotelhouder uit Renkum en tijdens de oorlog een bekend verzetsman. Volgens Stoutenburg was Van Rijswijk een gevaar voor de samenleving en moest daarom geliquideerd worden. Sergeant de Boer zag dit als een opdracht van de veronderstelde landelijke organisatie. Hij vertrouwde de informatie over Van Rijswijk omdat Stoutenburg vertelde dat zij afkomstig was uit de dossiers van de BNV.

Op een avond in augustus vertrok een vrachtwagen uit de kazerne in Den Haag naar Renkum met Stoutenburg, de sergeants De Boer en enkele andere militairen. De bedoeling was Van Rijswijk te ontvoeren en op een stille plek te liquideren. Onderweg stelde Stoutenburg voor om het lijk van van Rijswijk ergens te kruisigen met het opschrift "Zo bouwt men Holland op". De militairen waren daar tegen.
Onder dreiging van een pistool werd Van Rijswijk uit bed gehaald en in de auto afgevoerd. Op weg naar een geschikte liquidatieplaats ontstond er  bij Sergeant Boer en de andere militairen steeds meer twijfel over de liquidatie. In het gesprek met Van Rijswijk kwam andere informatie naar voren dan Stoutenburg had gegeven. Zij geloofden niet meer dat de hotelhouder "fout" was. De militairen raakten er van overtuigd dat Stoutenburg en wellicht ook de Politieke Recherche Afdeling in Renkum van Rijswijk wilde doden vanwege een persoonlijk conflict en dat er van politieke overwegingen geen sprake was. De sergeant besloot van Rijswijk vrij te laten.

De rancune van kapitein van Heemstra tegenover zijn meerderen werd niet alleen veroorzaakt door verschillen van inzicht over functioneren van het leger. Persoonlijke motieven speelden een rol. In het voorjaar van 1946 werd de kapitein door zijn direct chef Kolonel Droste en de chef personeel, overste Goedewagen, op het matje geroepen over de situatie bij zijn transporteenheid. Het was, zoals een betrokkene zei "een beetje een wilde boel bij de kapitein". Militairen vervoerden tegen betaling particulieren met legerauto's. Zijn meerderen grepen bij zijn troependetachement in. De verhoudingen tussen kapitein van Heemstra en zijn meerderen raakten sterk verstoord.

Kapitein van Heemstra vertelde sergeant de Boer dat Droste en Goedewagen fout waren geweest in de oorlog. Zonder zich af te vragen waarom twee foute officieren na de oorlog hoge posities in het leger konden bezetten, accepteerde de sergeant het oordeel van zijn kapitein. Sergeant de Boer was zijn kapitein blindelings toegedaan en wilde alles voor hem ondernemen. Hij stelde voor de kolonel en de overste te ontvoeren. Om praktische redenen ging het niet door.
In november kwam sergeant de Boer met het voorstel aanslagen te plegen met molotovcocktails: een fles benzine met een handgranaat in een kistje.
Begin december demonstreerde sergeant de Boer een model van een molotovcocktail aan Bakker en Luyendijk van het BNV en aan kapitein van Heemstra. Zij waren akkoord en kapitein van Heemstra vond "dat het wel wat had". De twee BNV-ers stelden voor een bom af te leveren bij Boer en bij Zwolsman. Kapitein van Heemstra noemde namen van kolonel Droste en Overste Goedewagen. De kapitein heeft dit later ontkend.


Donderdag 5 december aan het begin van de middag maakt sergeant de Boer vier bommen klaar. Korporaal Peterse verpakte ze en schreef er met groene inkt op "afzender Sint Nicolaas". De sergeant had die ochtend kapitein van Heemstra verteld dat de bompakketten op deze Sinterklaasdag bezorgd zouden worden.
Korporaal Peterse zou bommen bezorgen bij Boer, kolonel Drost en Zwolsman, die alle drie in Den Haag woonden. Soldaat van Haastrecht werd gevraagd de bom af te leveren bij Overste Goedewagen in Amsterdam. De soldaat behoorde niet tot de groep rond sergeant de Boer, maar hij werd gekozen omdat hij  "zo ontaard kon liegen".
De Frederikkazerne in Den Haag
Mocht hij onderweg naar Amsterdam aan worden gehouden bij een politiecontrole, dan zou hij zich er goed uit kunnen redden. Als compensatie zou van Haastrecht de Sinterklaasavond verlof krijgen.
Het adres van de overste was niet bekend. Van Haastrecht moest  in Amsterdam maar in telefoongids kijken waar Goedewagen woonde.
Onderweg ontplofte de bom. Waarschijnlijk is de pin van de handgranaat losgeschoten door het trillen van de motor.

Later op de middag nam Peterse de drie bompakketten mee naar zijn huis in Delft. Op het eind van de middag vertrok hij naar Den Haag en leverde een bompakket af bij Boer, die hij overigens niet kende. Hij is nog langs de twee andere adressen gereden, maar verloor de moed om de bommen te bezorgen. Hij nam ze mee naar huis en gooide ze de volgende dag bij Delft in het water. Een van de bommen werd teruggevonden.

volgende pagina