Treinramp Weesp 1918



Op vrijdag 13 september 1918 vond bij Weesp de tweede grootste treinramp plaats uit de Nederlandse geschiedenis.
Rond half elf in de ochtend reed de trein de helling op naar de brug over het Merwedekanaal, tussen Weesp en Amsterdam. Enkele tientallen meters voor de brug zakte de trein naar rechts weg en een groot deel van de trein stortte van de zeven meter hoge spoordijk naar beneden. De locomotief botste tegen de brug.
Wagons schoven in elkaar.

Niemand van het treinpersoneel was gewond en zij verleende direct eerste hulp, bijgestaan een chirurg die in de trein zat en vier nonnen. Een groep militairen die toevallig in de omgeving marcheerden boden hulp.
Een hulp trein uit Naarden-Bussum arriveerde meer dan een uur na het ongeval. De ongevallen wagons vertrokken rond die tijd pas uit Amsterdam. Een trein van het Rode Kruis kwam tweeënhalf uur na de ramp op de plek aan.

Tegen half twee werden  een groot aantal gewonden per schuit naar het Binnen Gasthuis in Amsterdam vervoerd. Een schuit met geborgen doden voer naar het Wilhelima Gasthuis.
In totaal verloren 41 mensen het leven bij deze ramp en raakten 42 gewond.


Een door de Minister van Waterstaat ingestelde commissie onder voorzitterschap van Ir. C. Lely concludeerde dat de ramp veroorzaakt was door het wegzakken van de spoordijk. De in 1889 aangelegde dijk was door hevige regenval in de voorafgaande dag zo verzadigd geraakt met water dat de dijk ging schuiven.


Een verzekeringsmaatschappij adverteerde weinig gevoelig een paar dagen na de ramp voor haar verzekeringen