De Martinair vliegramp in Faro 1992
Om 07.33.20 in de ochtend van maandag 21 december 1992 klapte de Martinair DC-10 Anthony Ruys neer op het vliegveld van Faro in Portugal. Het vliegtuig had 327 passagiers aan boord en 13 bemanningsleden. Van de passagiers, op weg naar hun kerstvakantie bestemming in Portugal, vonden 54 de dood. Twee bemanningsleden verloren het leven. Daarnaast raakten 106 personen zwaargewond.
Vlucht MP 495 was daarvoor met een vertraging van 40 minuten van Schiphol vertrokken vanwege problemen met een motor. De straalomkeerder kon niet worden gerepareerd maar het vliegtuig vertrok niettemin. Na een vlucht van 2 uur en 17 minuten kreeg het toestel toestemming te landen op Faro. Korte tijd daarna informeerde de toren het vliegtuig dat een onweersbui in de buurt van het vliegveld hing en een paar minuten later dat water op de landingsbaan stond. Onweersbuien veroorzaken veelal snelle en niet te voorspellen veranderingen van windrichting en windsnelheid. Er kan een microburst of windshear ontstaan die het draagvermogen van het vliegtuig beïnvloedt.
Het toestel landde wellicht hierdoor met een dalingssnelheid van 330 meter per minuut, terwijl volgens de vliegtuigbouwer het vliegtuig met niet meer dan 200 meter per minuten mag zakken. Op een hoogte van 150 meter hing het vliegtuig nog niet stabiel in de lucht. Volgens richtlijnen van Martinair zou het in dergelijke situatie aanbevolen zijn om de landing af te breken. De Amerikaanse National Transportation Safety Board (NTSB) zegt in een commentaar dat een stabiele nadering moet zijn bereikt voordat het toestel een hoogte van 330 meter heeft bereikt.
Het toestel landde op het rechter landingsgestel dat al het gewicht van het toestel moest opvangen. Het landingsgestel ging stuk, het toestel helde daarom over en de rechter vleugel raakte de landingsbaan en brak af. Het toestel tolde daarna om zijn lengte as en gleed van de landingsbaan. Het vliegtuig brak in twee stukken. Er brak brand uit in het achterste gedeelte en het explodeerde enkele minuten later.
De Raad voor de Luchtvaart stelde dat de waarschijnlijke oorzaak is gelegen in : een plotselinge en onverwachte variatie in de windsnelheid en -richting (windshear) in de laatste fase van het aanvliegen. Vervolgens een hoge dalingssnelheid en een extreme dwarswind, waardoor een harde landing plaats vond op het rechteronderstel. Andere factoren: de bemanning verwachtte geen windshear, een snelle vermindering van het motorvermogen waarschijnlijk door actie van de bemanning en de overschakeling op een hoogte van 80 voet naar handmatig landen in de kritieke fase.
De vliegramp in Faro heeft in vergelijking met andere rampen weinig aandacht gekregen. De ramp vond bijna drie maanden na de Bijlmerramp plaats en Nederland was nog niet bijgekomen van deze schok. Dat de ramp plaats vond in Portugal en niet in Nederland heeft er waarschijnlijk ook toe bijdragen dat niet veel over de ramp werd gesproken. Veel overlevenden en nabestaanden van de ramp voelen zich door de overheid, Martinair en de hulpverleners in de steek gelaten. De door hen opgerichte Anthony Ruys Stichting probeert steun te geven. Sommige overlevenden geloven dat er wellicht een andere oorzaak was van de ramp.
Cor ten Hove, een overlevende van de ramp heeft een indringend boek geschreven over de ramp en over de gevolgen voor de overlevenden en de families van de slachtoffers: "FARO: de ramp na de ramp", 2002.